Introductie De Wetstein Pfisterlaan Driebergen

andere straat

  intro  kaart  foto’s  ansichten  luchtfoto  woningmarkt



Frans Jan Hendrik de Wetstein Pfister (1852-1926) heeft in Nederlands Oost-Indië z’n schaapjes op het droge gebracht. Toen hij kort na 1900 met zijn gezin naar Nederland terugkeerde, settelde hij zich in Driebergen, in een groot wit huis op de heide, Heidestein geheten. In 1908 nam hij dat huis, plus de bijbehorende 12 ha. grond over van Taets van Amerongen. En met nog wat aankopen links en rechts creëerde hij een landgoed van om en nabij de 150 hectare.
De Wetstein Pfister heeft zich ook met de gemeentepolitiek ingelaten. Koud was hij raadslid of hij was al wethouder (van 1913 tot 1919). De man heeft kennelijk voldoende indruk achtergelaten om zes jaar na zijn dood een laan naar zich vernoemd te krijgen. Raadslid Clifford Kocq van Breugel vond: “Aan deze man is de gemeente toch inderdaad heel wat verplicht. Denk bijvoorbeeld aan het dikwijls optreden als kassier der gemeente wegens het verstrekken van werk aan werklozen”. Tja, met zo’n achtertuin en zoveel dadendrang was er op Heidestein genoeg te doen voor wie de schop kon hanteren…
De rest van de gemeenteraad dacht er ook zo over, en bepaalde op 16 februari 1932 dat de nieuw aangelegde laan in ‘het plan Van Waveren’ De Wetstein Pfisterlaan zou heten.
Aan deze laan – een eindje het bos in – werd in 1952 een openluchttheater aangelegd. Dat was in de tijd dat Driebergen-Rijsenburg nog hoopte op de terugkeer van de voor de oorlog in groten getale naar hier komende ‘verbiijfsgasten’. Die moest je wel wat kunnen bieden… Maar de gasten, die kwamen maar mondjesmaat terug. En ’t theater bleek dan ook geen blijvertje. Evenmin als het arrensleemusem, dat in 1961 in het toen al weer opgedoekte openluchttheater werd geopend. Plaatsgenoot J.W. Houtzager – die in Utrecht een grote meubelzaak dreef – was een liefhebber van het paardenspul, verzamelaar van arrensleden en ander gedoe. Maar ook nu liet de belangstelling te wensen over: weg museum. De heer Houtzager, later verhuisd naar Doorn, bleef liefhebberen met paarden, koetsen en wat dies meer zij, en was dan ook een van de oprichters van de vereniging ‘De Stichtse Aanspanning’ die ieder jaar in augustus trakteert op een prachtige rijtoer, de Kastelentocht waaraan een stuk of honderd aanspanningen meedoen.

Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3