Introductie Meenkselaan Driebergen

andere straat

  intro  kaart  foto’s  ansichten  monumenten  luchtfoto  woningmarkt



Dokter J.B. Meenk (1815-1899) was de eerste praktiserende huisarts in Driebergen en Rijsenburg. Op 24-jarige leeftijd vestigde hij zich in 1839 op Rijsenburg (waar ze helemaal niet om een dokter zaten te springen volgens het gemeentebestuur, Zeist was dicht genoeg bij … ). Maar al een jaar later verhuisde hij alsnog naar Driebergen, waar hij tot kort voor zijn dood in 1899 is gebleven. Het moet een kleine, bescheiden man zijn geweest, die zich allengs zeer geliefd en gewaardeerd wist te maken bij de bevolking.

’t Bekende verhaal: de dokter bracht zijn honorarium ‘naar vermogen’ in rekening. In Meenk’s tijd werden Driebergen en Rijsenburg nog een paar keer geconfronteerd met een cholera-epidemie. De dokter moet zich ook toen kranig geweerd hebben, door nazaten van dokter Meenk wordt nog steeds de medaille gekoesterd die hun voorvader daarvoor van koning Willem III heeft gekregen. Naar men zegt heeft dokter Meenk ook een heel speciaal recept voor hoofdpijnpoeders uitgedokterd, in 1933 werd er nog volop geadverteerd met ‘Dr J.B. Meenk’s zenuw-hoofdpijnpoeders’. In 1872 werd Meenk lid van de gemeenteraad van Driebergen en een paar maanden later ook wethouder, hij is dat tot 1893 gebleven.

Op een stukje grond op de hoek van de Hoofdstraat en een zandpad naar de Lange Akkers, liet dokter Meenk omstreeks 1857 een huis bouwen. De historische betekenis van dat pad was helemaal onder het stof der eeuwen geraakt: omstreeks 1675 was het de uitweg van het landgoed Dennenburg, waarvan het kembezit – de boerderij Rodenberg – aan de Langbroekerwetering lag. Pas later schoof het zwaartepunt van het landgoed op naar boven, toen omstreeks 1730 de boerderij De Hoeve door het landhuis Dennenburg werd vervangen en de bijbehorende parkaanleg ter hand werd genomen. Tussen de Meenkselaan en de Hogesteeg – omstreeks 1715 aangelegd als de hoofdlaan van Dennenburg – werd in die ontwikkeling een natuurlijk aandoend bos met slingerpaden gecreëerd. liet terrein stond in het begin van de 20e eeuw nog bekend als ‘de Doolhof.

Op 13 september 1899 heeft de gemeenteraad van Driebergen besloten het zandpad, naast het voormalige huis van dokter Meenk, voortaan de Meenkweg te noemen. Maar toen een jaar later het naambordje werd aangebracht vermeldde dat Meenkselaan. De huizenbouw aan de Meenkselaan vond aanvankelijk maar aan één kant plaats, pas in loop van de 20-er jaren van de vorige eeuw werd ook de Dennenburgkant met huizen gestoffeerd. Tot de oudste bebouwing van de laan hoorde ook het ‘wijkhuis’ van de christelijke vereniging voor ziekenverpleging Persis. ’t Werd gebouwd in 1904, gefinancierd door de rijke dames A.H. en M.H. Insinger. Het wijkhuis was de uitvalsbasis voor de ‘wijkzuster’, maar had ook twee verpleegplaatsen voor zieken die niet thuis verzorgd konden worden. Het gebouw staat er nog, huisnummer 12. De oranje-groene vereniging Persis is later, net als de wit-gele katholieke tegenhanger, gefuseerd met het Groene Kruis.

Opmerkelijk is het dat al in 1923, toen de gemeenteraad delibereerde over de noodzaak van ja dan nee verbreding van de Meenkselaan, er rekening mee werd gehouden dat te zijner tijd de grond achter de gereformeerde kerk als bouwterrein zou worden geëxploiteerd… De’groene long’- zie onder Lange Dreef – was toen nog niet bedacht. En over woningbouw daar ter plekke gesproken: toen in 1905 de buitenplaats Dennenburg in veiling werd gebracht vermeldde de catalogus in een enbeetje met opvallende letters: “De Buitenplaats in haar geheel leent zich zeer goed tot den aanleg van een Villapark; de afzonderlijke perceelen tot den bouw van Villa’s en kleinere buitenplaatsen. De uitbreiding der gemeente Driebergen in Zuidelijke richting is gevorderd tot aan de te verkoopen Buitenplaats.

Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3