Traaij 286-288



foto: Renk Knol voorjaar 2001

Ten noorden van de snelweg staat in het bos van het landgoed Noordhout een jachthuis. Dit jachthuis kreeg in 1914 zijn huidige aanzicht, toen naar een ontwerp van timmermanaannemer W. van Ginkel uit Austerlitz een arbeidershuis met twee woningen werd verbouwd en uitgebreid. Het arbeidershuis, de linkervleugel, is in 1852 gebouwd in opdracht van J.W.C. Striek van Linschoten en werd onder meer gebruikt als onderkomen van de boswachter. In 1914 liet S.P. van Eeghen het huis inrichten als jachtkamer en een dwarsvleugel plaatsen, waarin onder meer de stalling voor een koets werd ondergebracht. Wellicht was dit jachthuis de uitvalsbasis voor de jacht op herten, die S.P. van Eeghen als één van de weinigen in Nederland destijds op zijn landgoed liet fokken. Het bakstenen pand bestaat derhalve uit twee volumes, ieder één bouwlaag hoog. Het linkergedeelte heeft een met pannen gedekt zadeldak waarop een lage dakkapel onder een lessenaarsdak is geplaatst. In de lange gevel zijn drie zesruits schuifvensters aangebracht. De goot is voorzien van een decoratieve druppellijst. Het andere haaks daarop gelegen volume is voorzien van een afgewolfd zadeldak van hogere goot- en nokhoogte. Op de kopgevel is een opvallende veranda met balkon aangebracht, uitgevoerd in ruwe boomstammen. Binnen de veranda bevinden zich tuindeuren met getoogd bovenlicht. Dit waren oorspronkelijk de inrijdeuren van het koetshuis.
Arch: Kad. legger art. 142/9 en 1 1 nrs. B 411 en B 498; BV-1 78. Lit: Kraal, 1909, p. 78.
besluit: 08031994  categorie 1  DBR 312

bron: Monumenten Inventarisatie Provincie Utrecht, 1996; Driebergen-Rijsenburg, Geschiedenis en Architectuur