Hoofdstraat 176



Foto Renk Knol, 04-05-2006 

Deze bakstenen villa van twee bouwlagen met een licht risalerende hoekpartij onder een afgeplat samengesteld dak is in 1905/1906 gebouwd door D. Appels naar een ontwerp van hemzelf. De opdrachtgever was dr. C.S. Timmers, de bewoner van het belendende pand links. Het sober uitgevoerde pand valt op door de afgeknotte gevel van het hoekrisaliet met een driepasmotief in het metselwerk waarbinnen een venster met rondboogvormig bovenlicht is geplaatst. De manier waarop de top van het hoekrisaliet is vormgegeven komt enigszins plomp over. De ontwerper Appels had echter wel degelijk een meer evenwichtige topgevelbeëindiging in gedachten. Op de bouwtekening is de top verfraaid met een neorenaissancistische bekroning: een vierkant veld met zijdelings klauwstukken en in de top een fronton. Deze bekroning is wel uitgevoerd, maar heeft de tand des tijds niet kunnen doorstaan, vermoedelijk omdat zij van hout was. Op de begane grond van het risaliet bevindt zich een driezijdige erker met balkon. Links hiervan is de ingang met een paneeldeur voorzien van smeedijzeren hekwerk en bovenlicht. Rondom zijn schuifvensters geplaatst met glas-in-lood bovenlichten. Aardige details vormen de geornamenteerde boogvelden en de kroonlijst met consoles.
Arch: BV-doos ongéïnventariseerd.
besluit: 00000000   categorie 2   dbr 174
bron: Monumenten Inventarisatie Provincie Utrecht, 1996; Driebergen-Rijsenburg, Geschiedenis en Architectuur

Vrijstaand herenhuis, gebouwd in de periode 1905-1915. Het pand is asymmetrisch van opzet en heeft twee bouwlagen onder een samengesteld dak bestaande uit haaks op elkaar gesitueerde, afgeplatte zadeldaken. De daken zijn gedekt met rode, geglazuurde kruispannen. In het linker dakschild aan de voorzijde een dakkapel.

De gevels zijn uitgevoerd in baksteen en voorzien van een gepleisterde plint. Aan de voorzijde van het risalerende, rechter geveldeel, een driezijdige erker met aan elke zijde een schuifvenster. Boven de erker een balkon. Op de verdieping, ter plaatse van het balkon een boogvormig afgesloten, samengesteld kozijn voorzien van een balkondeur met aan weerszijden een smal venster, alle voorzien van een bovenlicht. Boven deze gevelopening een gemetselde boog en een gepleisterde boogtrommel. Ter plaatse van de topgevel een in profielsteen uitgemetseld driepas motief. In de middelste boog van het gemetselde motief een boogvormig afgesloten venster met stolpramen. In de voorgevel van het terugliggende linker geveldeel een paneeldeur en dubbele terrasdeuren. Op de verdieping een tweetal schuifvensters. Alle bovenlichten zijn voorzien van glas in lood.

 

Waardering
Vrijstaand herenhuis, van architectuurhistorisch belang vanwege de gave hoofdvorm en detaillering uit de bouwperiode, alsook van stedenbouwkundig belang als beeldbepalend onderdeel van de oorspronkelijke bebouwings- en ontwikkelingskarakteristiek van de Hoofdstraat, welke zich onder meer kenmerkt in de karakteristieke architectuur uit de late 19e en vroege 20e eeuw.
Bron: Gemeente Utrechtse Heuvelrug