Introductie Schippersdreef Driebergen

andere straat

  intro  kaart  foto’s  ansichten  luchtfoto  woningmarkt



In 1740 liet de eigenaar van het huis Sparrendaal, Jacobus van Berck, een vaart graven van voor zijn huis naar de Langbroekerwetering. Een dergelijke vaart was een ‘must’ voor een aanzienlijk huis, in een tijd dat waterwegen even belangrijk waren als landwegen. Was zo’n vaart tot bijna aan de achterdeur goed bevaarbaar, dan had je er veel gemak van. En was-ie niet goed bevaarbaar, dan gaf het hebben van een eigen waterweg in ieder geval aanzien aan huis en huiseigenaar. De vaart van Van Berck kwam tot stand door het vergraven van een al bestaande waterloop die, komend vanaf ‘de bergen’, ter hoogte van Sparrendaal de weg kruiste en zo verder liep, in de richting van de wetering. Erg breed en erg diep hoefde de vaart niet te worden, het was voldoende als een ‘krommerijnder’, een open platbodemschuitje, er voldoende water onder de bodem had.

De vaart van Sparrendaal – Dennenburg had er ook een, de Rodenbergsevaart – was dus een schippersvaart, een vaart waarop geschipperd (= gevaren) kon worden. Later werd de naam allengs met een hoofdletter geschreven, als eigennaam. Aan deze Schippersvaart herinnert de Schippersdreef. De waterloop werd hier overigens bij de aanleg van de Wildbaan aanzienlijk verbreed. Ongeveer ter hoogte van het winkelcentrum lag een ‘sluisje’ in de vaart. Het woord staat niet voor niets tussen aanhalingstekens, het was niets meer dan een ‘schut’ van houten balken, die ervoor zorgde dat het water bij huize Sparrendaal zo veel mogelijk op peil bleef. Veel betekenis heeft de Schippersvaart voor de infrastructuur van Driebergen en Rijsenburg nooit gehad. Doordat er van hieruit niet uitgewaterd mocht worden op de Langbroekerwetering, had de Schippersvaart ook geen aansluiting op deze wetering. Pal voor de Langbroekerdijk sloeg de vaarweg rechtsaf, de Driebergse Meer op die met een grote slinger door het gebied De Woerd tenslotte uitmondde in de Kromme Rijn.

Dat was nogal behelpen! Waarschijnlijk werd in veel gevallen de uit Utrecht aangevoerde vracht uitgeladen aan de Langbroekerdijk, de weg over gedragen en aan de andere kant op een in de Schippersvaart liggend schuitje weer ingeladen. Geen wonder dat men in de 18e eeuw er vaak al de voorkeur aan af om over te laden op een paard-en-wagen om aldus de vracht naar Driebergen en Rijsenburg te vervoeren. Bovendien bleek het moeilijk om over de hele lengte steeds voldoende water in de Schippersvaart te houden, het verval van de Hoofdstraat tot de Langbroekerdijk was toch altijd nog zo’n drie meter.

Aan de Schippersdreef werden in 1990/’91 twee eenvoudige kantoorgebouwen opgetrokken, een voor de woningstichting AWV, de andere voor het Centrum Maatschappelijke Dienstverlening, beide ontworpen door architect Hans Würdeman.

Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3