Introductie Loolaan Driebergen

andere straat

  intro  kaart  foto’s  ansichten  monumenten  luchtfoto  woningmarkt



De Loolaan dankt haar naam aan een eeuwenoude hofstede. Van de hofstede Het Loo is al sprake in de 14e eeuw; later wordt de boerderij aangeduid als ’t Klein Loo, ter onderscheiding van de boerenhofstede ’t Groote Loo aan de Odijkerweg. Dat Klein Loo lag binnen het oude gerecht van Rijsenburg, ongeveer ter hoogte van de huidige bedrijfspanden aan de Klein Loolaan. Het pad waarlangs de schaapskudden van de boerderijen Hoenderdaal, Scherpenzeel en ’t Klein(e) Loo naar de heide werden gedreven – een zgn. schapendrift – werd in vroeger eeuwen wel aangeduid als de Hoendersteeg, soms ook als ‘de steegh van het Loo’. Op een kaart van landmeter van Roy uit 1684, die zich bevindt in het huisarchief van Dennenburg, komt het pad dat nu de Loolaan is voor als ‘de Heer van Gents Steegh’. De genoemde heer Van Gent was destijds namelijk de eigenaar van ’t Kleine Loo.
De Loolaan van nu loopt van de Hoofdstraat naar de Arnhemsebovenweg, vroeger werd daaronder ook wel eens de tegenwoordige Klein Loolaan begrepen. Duidelijker werd het in de loop van de 19e eeuw. Toen was voor het laatste stuk Hoendersteeg inmiddels de naam Kleinloolaan ingeburgerd – hoewel pas officieel aldus vastgesteld in 1926. De weg tussen de Hoofdstraat en de Amhemsebovenweg was toen ook allang bekend als de Loolaan. Tot 1931, toen Driebergen en Rijsenburg nog afzonderlijke gemeenten waren, was de Loolaan een grensweg: de Zeister kant was gemeente Driebergen, de andere kant was gemeente Rijsenburg. En zo kwam het dat in 1913 de ene kant van de weg al werd verlicht door gaslantaarns (Rijsenburg), terwijl aan de overzijde nog olielampen brandden (Driebergen). Gelukkig waren beide gemeente wel zo wijs geweest – Driebergen in 1889, Rijsenburg in 1899 – om dezelfde naam voor de verdeelde straat vast te stellen.
Dat ‘grensweg’ verdient mogelijk een korte toelichting: De tot 1931 nog zelfstandige gemeente Rijsenburg werd aan drie kanten door de gemeente Driebergen omsloten. Komend vanuit Zeist begon het grondgebied van de gemeente Driebergen bij de Odijkerweg en eindigde bij de Loolaan. Daar begon de gemeente Rijsenburg en dat ging dan tot ongeveer de Buzziburglaan of ’t Hellegat. Daar werd dan opnieuw de grens met Driebergen bereikt. Het bos laan de bovenkant’ lag ook allemaal in Driebergen, zodat alleen aan de kant van de Langbroekerwetering Rijsenburg een andere buurgemeente had.
Het achterste stuk van de Loolaan – het deel bij de Amhemsebovenweg – was in de eerste helft van de 20e eeuw min of meer het koop- en dienstencentrum van de buurt De Krim. Omstreeks 1930 trof je er een slager, een kruidenier, een bakker, een groenteman of -vrouw, een kapper, een rijwielzaak, een manufacturenzaak, een tabakswinkel of twee, een eierhandel en nog wel wat meer… tot een badhuis toe!
Het badhuis van het Groene Kruis werd in 1925 geopend in een voormalig confectiefabriekje op de hoek Loolaan/Esdoornlaan. Het voorzag duidelijk in een behoefte, de plaatselijke courant publiceerde wekelijks het (toenemend) aantal kuip- en stortbaden dat, vooral op vrijdag- en zaterdagavonden, werd genoten. In hetzelfde gebouw huurde later ook de nederlandse hervormde gemeente een ruimte, die als kerkzaal dienst ging doen: de Loolaankerk. In 1960 werd het hele gebouw door de hervormden gekocht, het kerkgedeelte heette voortaan de Opstandingskapel. Totdat aan de Melvill van Carnbeelaan de nieuwe Morgensterkapel gereed kwam bleef de kerk in de Loolaan in gebruik, om daarna gesloopt te worden om plaats te maken voor woningen.
Langszij het voorste deel van de Loolaan – met het boerderijfront naar de Hoofdstraat gericht – lagen vroeger de landerijen van hofstede Het Ooievaarsnest, van boer Dorresteijn. Dwars door zijn bouw- en weilanden zou later de A12 worden aangelegd. Op 20 juli 1921 is Het Ooievaarsnest tot de grond toe afgebrand, de ruïne werd opgeruimd. De vervangende boerderij werd iets meer in de richting van de Loolaan neergezet, met de uitrit op die laan, tegenover de Verheullaan. Begin 50~er jaren is de boerderij afgebroken, er was niet meer rendabel te boeren. In 1959 zijn daar toen langs de Loolaan de bungalowtjes gebouwd.
Bij de aanleg van de A12 werd – grotendeels met de schop – nog eens een heleboel grond van het ex-Ooievaarsnest verzet. Op de plek waar de koeienstal moest hebben gestaan stuitte een arbeider op een Keulse pot. Bingo: in de pot zaten een paar honderd oude munten uit het einde van de 18e eeuw. De jongste munten bleken uit 1793 te stammen, het spul zal dus wel zo omstreeks 1795 – toen de Fransen ons kwamen ‘bevrijden’ van de Oranjes – in de grond zijn gestopt.

Overgenomen uit ‘Heg en Steg’ van Dick Steenwijk
Uitgeverij Stichting Kleine Geschiedenis van de Heuvelrug, 2000
isbn 90-6720-236-3